Zwart uitgeslagen kunstgebit

Sinds kort schrijf ik ook voor Nursing, een prachtig magazine voor verpleegkundigen. Het grappige is dat je je door zo’n nieuwe opdrachtgever weer in heel nieuwe onderwerpen verdiept. Mijn eerste artikel ging bijvoorbeeld over mondzorg bij kwetsbare ouderen. Wie wist al dat je een gebitsprothese (‘kunstgebit’) juist níet in water moet bewaren, maar gewoon droog? Ik niet! Droog bewaren voorkomt de groei van bacteriën en schimmels. De anekdote over een man die zijn inmiddels zwart uitgeslagen kunstgebit al dertig jaar lang elke nacht in HETZELFDE glaasje water bleek te bewaren, heeft het artikel niet gehaald.
Ook nieuw voor mij was dat kunstgebitten poreus worden van tandpasta en bruistabletten, waardoor er juist méér vuil aan hecht. Steradent kan maar beter opdoeken. Gelukkig heb ik mijn eigen tanden nog – iets wat trouwens ook voor steeds meer ouderen geldt (nee, daar reken ik mijzelf met mijn 47 jaar nog net niet toe). Zelfs een deel van de negentigplussers heeft tegenwoordig nog een eigen gebit, vertelde een van de geïnterviewden me. Goed nieuws voor hun welbevinden, maar niet voor hun mondgezondheid: die blijkt juist beter te zijn met een gebitsprothese. Verder leerde ik onder meer dat veel ziekten en medicijnen de mondgezondheid aantasten, wat extra zorgelijk is omdat problemen met het gebit en tandvlees ook weer tot andere gezondheidsproblemen kunnen leiden.

Mijn tweede verhaal voor Nursing ging over compleet iets anders: discriminatie van patiënten, en met name hoe je (onbewuste) discriminatie kunt voorkomen. Dat discriminatie in de zorg ook in Nederland voorkomt, is helaas een feit. Zo blijkt uit onderzoek dat darmkankerpatiënten met een Marokkaanse achtergrond minder vaak de juiste chemotherapie ontvangen dan patiënten zonder migratieachtergrond. Ongelofelijk toch? Maar vooral in de bejegening gaat veel mis, vaak onbewust. Een voorbeeld dat niet in het artikel terechtkwam, maar mij wel raakte: een vrouw die bloeddonor was en bij elk bezoek aan de bloedbank te horen kreeg: ‘Goh, je merkt aan jou helemaal niet dat je Turks bent!’ Dat was ongetwijfeld bedoeld als compliment, maar zij werd er boos en verdrietig van. Want de achterliggende gedachte was blijkbaar dat Turks zijn iets slechts is. Net zo’n lullig compliment dus om te krijgen als: ‘Goh, jij bent wel goed in wiskunde – voor een vrouw.’ Of: ‘Ik vind jou opvallend empathisch voor een man.’ Nou ja, you get the picture.
Verpleegkundigen willen natuurlijk goede zorg leveren aan ál hun patiënten – en daar biedt het artikel ook zes tips voor. Vooroordelen heeft iedereen, het is onmogelijk dat uit te bannen, maar je kunt wel je best doen om anderen daar zo min mogelijk onder te laten lijden.

Meer artikelen lezen? www.dianadeveld.nl/artikelen