Zit lang leven in de genen?

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, hangt hoe oud je wordt meestal helemaal niet zo sterk af van je erfelijke aanleg. Tenzij je uit een familie komt waarin heel veel mensen opvallend oud worden – dan telt dat wél enorm mee. Een gesprek met prof. Eline Slagboom en dr. Niels van den Berg, die onderzoek doen naar de erfelijkheid van langlevendheid.

Tekst: Diana de Veld

Is je levensduur erfelijk bepaald?
Slagboom: “Meestal niet, uit meerdere studies blijkt dat levensduur weinig erfelijk is. Je kunt dat bijvoorbeeld onderzoeken door te kijken naar de levensduur van tweelingen. Eeneiige tweelingen hebben 100% dezelfde genen; twee-eiige lijken qua genen evenveel op elkaar als gewone broers en zussen. De omgeving waarin ze opgroeien zal in beide gevallen sterk overeenkomen. Als je ziet dat de levensduur van eeneiige tweelingen onderling meer overeenkomt dan die van twee-eiige, dan wijst dat dus op een genetisch aandeel. Uit dit soort onderzoek en uit uitgebreid stamboomonderzoek weten we dat levensduur maar voor zo’n 12 tot 25% erfelijk bepaald is. En dat is goed nieuws! Het betekent namelijk dat hoe oud je wordt voor minstens 75% bepaald wordt door andere factoren dan je DNA, zoals je leefstijl en leefomgeving. Dat zijn dingen die we voor een groot deel zelf kunnen beïnvloeden.”

Toch doen jullie onderzoek naar langlevende families. Hoe zit dat dan?
Slagboom: “Er bestaan inderdaad families waarin veel mensen een heel hoge leeftijd bereiken. Binnen die families is de erfelijkheid van langlevendheid veel hoger dan in de rest van de bevolking. Je kunt het vergelijken met diabetes type 2: dat komt veel voor en is meestal niet erfelijk bepaald, al zal elke patiënt wel iemand in de familie kennen. De oorzaak ligt vooral in leefstijl. Maar er bestaan ook families waarin diabetes type 2 opvallend vaak voorkomt, en voor die specifieke families is de erfelijkheid van diabetes veel hoger. Zo is het ook met langlevendheid. Langlevendheid is zelfs zó erfelijk dat als jouw tantes en ooms allemaal heel oud werden maar je ouders overleden jong, dat je dan zelf nog steeds veel kans hebt om uitzonderlijk oud te worden.”

Wat zijn dat voor families die zo opvallend oud worden?
Slagboom: “Het zijn families waarvan de leden generatie na generatie heel lang leven, dat wil zeggen: ze behoren tot de oudste 10% van hun geboortejaar. Want twee eeuwen terug was 80 jaar al heel oud, maar tegenwoordig is 80 gemiddeld. Dus daar corrigeren we op die manier voor. Opvallend is dat de leden van langlevende families ook hoge leeftijden bereiken in tijden met heel moeilijke leefomstandigheden, zoals tijdens de Spaanse-grieppandemie of in de Tweede Wereldoorlog. Waarschijnlijk komt dat doordat ze zulke gunstige genen hebben en bijvoorbeeld beter bestand zijn tegen infectieziekten.”

Hoeveel Nederlanders hebben het geluk om deel uit te maken van zo’n langlevende familie?
Van den Berg: “We hebben berekend dat dat zo’n 5-10% procent van de Nederlanders moet zijn. Maar daarnaast zijn er natuurlijk ook heel veel mensen die honderd worden zónder dat ze langlevende familieleden hebben. Want erfelijkheid zegt lang niet alles.”

Kun je er ongestraft op los leven als je uit zo’n langlevende familie komt?
Slagboom: “Nee, als je heel gunstige genen hebt maar je leeft ongezond, dan word je nog steeds niet oud. Dat zie je terug op het Japanse eiland Okinawa, waar opvallend veel mensen oud worden en zelfs de 100 aantikken. De eilandbewoners hebben waarschijnlijk gunstige genen, maar ook een gezonde leefstijl: ze eten veel vis en groenten, zijn sociaal en zorgen goed voor elkaar, en ze zijn actief in hun tuintjes. Je ziet nu dat de jongere generatie, die veel ongezonder eet – er is tegenwoordig een McDonald’s op het eiland – vaak al overgewicht heeft. Zij hebben veel meer hart- en vaatziekten en de verwachting is dat zij niet zo oud zullen worden als hun opa’s en oma’s. Terwijl ze wél dezelfde genen hebben. Daar heb je dus pas echt veel aan als je ook gezond leeft.”

En als je géén aanleg voor langlevendheid hebt?
Van den Berg: “Zelfs als je ongunstige genen hebt, bijvoorbeeld met veel kans op hart- en vaatziekten, dan kun je met de meest gezonde leefstijl de kans vergroten om gezond oud te worden. En dan gaat het om het bekende rijtje: gezond eten, genoeg bewegen, weinig alcohol drinken, niet roken, niet te veel stress en goed slapen. Dat is voor iedereen belangrijk.”
Slagboom: “En op elke leeftijd! Zelfs als je al boven de zestig bent kun je de kans om gezond oud te worden nog sterk vergroten door gezond te eten en voldoende te bewegen. Ook als je dat eerder niet deed.”

Jullie volgen zo’n 430 langlevende families voor jullie onderzoek. Zijn dat allemaal slanke, fitte mensen?
Slagboom: “We zien deze mensen regelmatig, ook op terugkomdagen. Het merendeel van de mensen is inderdaad vrij gezond en slank, al zie je ook wel wat mensen die ongezonder leven. Het is een aparte groep: opmerkelijk enthousiast en veerkrachtig. Je ontmoet mensen van 70 of 80 die de indruk maken dat ze 50 zijn. En op 65-jarige leeftijd heeft slechts een kwart van deze mensen een chronische ziekte, terwijl dat in de gehele bevolking 70% is. Wat mij opviel op onze laatste terugkomdag: iedereen nam de trap en niemand de lift. Terwijl de deelnemers die we toen zagen gemiddeld 65 jaar oud waren.”

Is het dan misschien die gezonde leefstijl die in de genen zit? En verklaart dat waarom deze mensen zo oud worden?
Van den Berg: “We weten uit eerder onderzoek al dat langlevende families door hun gunstige genen een heel gezonde stofwisseling, een sterk immuunsysteem en weinig chronische ontstekingen hebben. Dus dat zal de langlevendheid voor een groot deel verklaren. Maar uit ons onderzoek onder honderdjarigen weten we óók dat zij vaak heel positief in het leven staan en risicomijdender zijn dan gemiddeld, waardoor ze vrij gezond leven. Zulke persoonlijkheidskenmerken liggen voor meer dan 50% vast in de genen, zo is bekend uit ander onderzoek. Daarom gaan we nu de samenhang tussen genen en gezonde leefstijl in langlevende families ontrafelen. We ontvingen daarvoor een subsidie van 1 miljoen euro. De persoonlijkheid van mensen is nog nooit eerder meegenomen in onderzoek naar langlevendheid, dus dat kan interessante kennis opleveren.”

En kan jullie onderzoek ook iets opleveren voor mensen die níet zo’n mazzel hebben met hun genen?
Slagboom: “Dat is wel de bedoeling! We gaan binnen dit onderzoeksproject namelijk ook op zoek naar specifieke genetische varianten die in langlevende families rondwaren en die er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen op 70-jarige leeftijd nog kerngezond zijn. Dat doen we bij een klein aantal families die extreem langlevend zijn. Wat hebben deze mensen voor genetische varianten die gewone stervelingen niet hebben? En als je die varianten bijvoorbeeld in zebravisjes stopt, gaan die dan ook langer leven? Als je inderdaad zulke genen vindt, dan kun je misschien medicijnen ontwikkelen die de effecten ervan nabootsen bij mensen zonder aanleg voor langlevendheid. Maar ik wil zeker niet het beeld schetsen dat mensen dan niet meer op hun leefstijl hoeven te letten. Deze eventuele medicijnen zouden vooral bedoeld zijn voor mensen die door omstandigheden niet in staat zijn hun leefstijl te verbeteren. Verreweg de meeste mensen kunnen hun hele leven zelf bijdragen aan hun gezondheid door gezond te leven. Dat blijft op nummer 1 staan.”

  • 122 jaar werd de oudste mens ooit: Jeanne-Louise Calment (1875-1997) uit Frankrijk. Haar moeder werd 86 jaar, haar vader 93 en haar broer 97. Ook zij kwam dus uit een (zeker voor die tijd) langlevende familie.
  • De oudste man ooit was de Japanner Jiroemon Kimura (1897-2013), die 116 jaar werd. Ook hij kwam uit een langlevende familie: vier van zijn vijf broers en zussen werd ouder dan 90. De jongste werd zelfs 100.
  • De oudste Nederlander ooit, Hendrikje van Andel-Schipper (1890-2005), bereikte de leeftijd van 115 jaar. Ze leefde tot ze 105 was op zichzelf. Toen ze 113 jaar was, haalde Hendrikje bij een geheugentest nog een score die eerder past bij mensen tussen de 60 en 75 jaar.
  • De langstlevende familie uit de Leiden Lang Leven-studie bestaat uit iemand die nu 96 jaar is en van wie de ouders, vijf ooms en tantes en twee grootouders gemiddeld 91 jaar werden. En dat terwijl die grootouders rond 1850 geboren werden!

 

Eline Slagboom is bioloog en hoogleraar moleculaire epidemiologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Ze doet veel onderzoek naar veroudering en leidt onder andere de Leiden LangLeven Studie. Daarin volgen onderzoekers families met een sterke aanleg voor langlevendheid (www.leidenlangleven.nl).

Niels van den Berg studeerde sociologie en specialiseerde zich in research en statistiek. Hij promoveerde bij prof. Eline Slagboom op onderzoek naar de biologie en genetica van veroudering, waarbij hij ook de rol van sociaal-economische status meenam. Tegenwoordig doet hij onderzoek naar veroudering bij het LUMC en het Nederlands Tweelingregister (Vrije Universiteit, VU).

Verschenen in +Gezond, december 2021