Wat was de aanleiding voor dit onderzoek?
Silvan Licher: ‘In eerdere studies zagen we dat ongeveer een op de 5 mensen tijdens de eerste coronagolf zorg had gemeden. We wilden weten hoe dat kwam. Een van onze hypothesen was dat het afhing van waar mensen hun informatie over de pandemie vandaan haalden. Uit eerder onderzoek blijkt dat het gebruik van bepaalde informatiebronnen samenhangt met medicatietrouw en het opvolgen van doktersadviezen. Maar we wisten nog niet of er ook een verband was tussen informatiebronnen en het juist níet gebruiken van zorg.’
Ging het in jullie onderzoek om COVID-19-klachten of ook om algemene gezondheidsklachten?
Licher: ‘Dat laatste. We vroegen mensen of ze tijdens de pandemie klachten hadden waarvoor ze normaal naar de dokter zouden zijn gegaan, maar dat nu niet deden vanwege corona. Dat konden klachten zijn als rugpijn, maar ook urgente klachten als pijn op de borst.’
Wat voor data gebruikten jullie?
Marije Splinter: ‘We gebruikten gegevens uit 2 grote bevolkingsstudies in de regio Rotterdam: het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek (ERGO), dat mensen van 40 jaar en ouder volgt, en Generation R, een studie gestart rond 2002 met zwangere vrouwen die we sindsdien volgen. Tijdens corona stuurden onderzoekers van beide studies vragenlijsten uit over zorggebruik, werk, medicatie, maar ook over gebruikte informatiebronnen. Haalden deelnemers informatie over corona uit traditionele media, zoals televisie of krant, of via social media, of bijvoorbeeld via vrienden en familie? Vervolgens keken we of er een verband was met de mate van zorgmijding.’
En?
Splinter: ‘Mensen die social media gebruikten, waren vaker geneigd om zorg te mijden. Wie juist op traditionele media vertrouwde, ging vaker wél naar de dokter. Dit gold onafhankelijk van bijvoorbeeld leeftijd of opleidingsniveau. We hebben niet gevraagd naar wat mensen precies lazen of zagen op die media, dus of de inhoud van de berichten doorslaggevend was, kunnen we niet achterhalen. Uit andere studies weten we wel dat traditionele media vaak eenduidiger communiceren: één boodschap, op een voorspelbaar moment. Social media bieden een grotere hoeveelheid informatie die vaak tegenstrijdig is. Mensen moeten hierbij zelf bepalen wat klopt en wat voor hen relevant is.’
Hebben jullie ook gevraagd naar de achterliggende redenen voor zorgmijding?
Splinter: ‘Nee, die vraag stelden we niet expliciet. In de vragenlijst stond wel dat het ging om zorgmijding ‘vanwege de pandemie’. Maar of mensen bang waren besmet te raken in de wachtkamer, de dokter niet wilden belasten of dachten dat hun klacht niet ernstig genoeg was – dat weten we helaas niet. In toekomstig onderzoek willen we dat graag uitdiepen, bijvoorbeeld met focusgroepen of interviews. Over het algemeen zijn mensen die zorg mijden of geen toegang vinden tot zorg vaak kwetsbare mensen, bijvoorbeeld mensen met angstklachten of mensen met een fragiele gezondheid.’
Speelt het vertrouwen in de overheid een rol bij zorg mijden?
Licher: ‘Dat zou goed kunnen. Mensen die meer gebruikmaken van social media, hebben vaak minder vertrouwen in de overheid en haar beleid dan mensen die de krant lezen. Dat betekent overigens niet dat de overheid zich dan maar van social media moet afkeren – integendeel. Juist op social media kun je zichtbaar maken dat je er voor mensen bent, zeker voor wie je via traditionele kanalen niet bereikt.’
Maar de overheid wás toch ook aanwezig op social media?
Splinter: ‘Er waren wel campagnes, zoals influencers die op TikTok opriepen tot vaccinatie, maar dat was nogal ad hoc. In tegenstelling tot persconferenties, die op vaste momenten kwamen, was communicatie op social media veel minder consistent. Dat maakte het lastig om het vertrouwen van het publiek te winnen en vast te houden.’
Wat zouden overheden hiervan moeten leren?
Licher: ‘Het ergste wat je kunt doen is helemaal afwezig zijn op social media. Er zijn tal van kanalen die onzin verkopen over gezondheid, ook buiten coronatijd. De enige remedie daartegen is dat je standhoudt met mensen die verstand van zaken hebben. En dat moet je doen op een toon die past bij het medium. Je moet niet een boek openslaan, maar bijvoorbeeld werken met persoonlijke vlogs, zoals veel artsen nu ook doen.’
Dat zal vast ook haatreacties oproepen op social media.
Splinter: ‘Juist daarom moet je gaan zitten waar de mensen zitten die twijfelen. Natuurlijk, het is niet haalbaar om alle misinformatie uit de wereld te helpen. Je zult altijd mensen hebben die in hun eigen hoek blijven zitten. Maar het belangrijkste is dat mensen een geïnformeerde beslissing kunnen maken over hun gezondheid. Een groot voordeel is dat je via social media beter kunt uitleggen wat bijvoorbeeld een maatregel voor iemand persoonlijk betekent, en sneller kunt reageren op vragen. Dat biedt kansen om de informatie aan te laten sluiten bij verschillende soorten publiek.’
Licher: ‘Mensen die geen traditionele media volgen, kunnen soms blijven hangen in het beeld van een eerdere boodschap, terwijl er later nieuwe adviezen bij zijn gekomen. Bijvoorbeeld om bij klachten juist wél naar de dokter te gaan, zoals de overheid opriep toen de wachtkamers leeg bleven. Via social media kun je deze mensen alsnog bereiken. We hopen daarom van harte dat beleidsmakers ons advies zullen oppakken.’
Verschenen op ZonMw.nl, juni 2025