Opgroeien bij een pleeggezin met een andere religieuze achtergrond

Pleegkinderen wonen niet altijd in een pleeggezin met dezelfde religieuze achtergrond. Hoe kan het kind zijn psychosociale en religieuze identiteit dan toch op een gezonde manier ontwikkelen? Religiewetenschapper dr. Brenda Bartelink (Rijksuniversiteit Groningen) onderzocht dat via onder meer interviews met pleegouders, pleegkinderen en pleegzorgprofessionals.

tekst: Diana de Veld

Volgens de Verenigde Naties heeft een uit huis geplaatst kind recht op continuïteit van zijn eigen religieuze achtergrond. Waarom wonen pleegkinderen dan niet standaard in een pleeggezin met dezelfde achtergrond?

‘Er wordt bij plaatsing zeker rekening gehouden met de religieuze achtergrond, maar dat is niet het enige dat meetelt bij de matching. Een kind dat gewend is om vaak met z’n allen op de bank films te kijken, past bijvoorbeeld niet in een pleeggezin dat heel veel sport. Daarnaast zijn er vaak onvoldoende pleeggezinnen met dezelfde religieuze achtergrond beschikbaar. Mensen denken bij dit onderwerp meestal aan christelijke pleegouders met een niet-religieus pleegkind, of een niet-religieus pleeggezin met een islamitisch pleegkind. Maar ook binnen christelijke stromingen kunnen grote verschillen bestaan. En soms lijkt iets eerst een gelukkige match, maar blijken de ouders bijvoorbeeld hun religieuze achtergrond niet meer te praktiseren. Dan gaat de religieuze continuïteit alsnog verloren.’

Wat vinden biologische ouders ervan als hun kind geplaatst wordt bij een pleeggezin met een andere religieuze achtergrond?

‘Er wordt bij de plaatsing in principe rekening gehouden met de wensen van de ouders, maar vaak vinden ze het in eerste instantie wel oké. Er zijn relatief veel conservatief-christelijke pleeggezinnen en ouders hebben veel vertrouwen in de normen en waarden binnen zo’n gezin. Soms worden er wel specifieke afspraken gemaakt, zoals dat het kind geen varkensvlees mag eten. Maar in de praktijk vinden de biologische ouders het in tweede instantie vaak toch tegenvallen. Doordat het kind in een andere religieuze omgeving opgroeit, raken de biologische ouders wat verbinding met hun kind kwijt.’

Hoe was jullie onderzoek opgezet?

‘We voerden een literatuuronderzoek uit en hielden daarnaast dertig interviews met betrokkenen, voornamelijk pleegouders maar ook pleegkinderen en pleegzorgprofessionals. Daarmee probeerden we de leefwereld van de gezinnen zo dicht mogelijk te benaderen. Elk gezin is heel specifiek en uniek, maar we hoopten toch patronen zichtbaar te maken: welke dilemma’s bestaan er en hoe gaan mensen daarmee om?’

Welke dilemma’s kwamen er naar voren?

‘Pleegouders zijn zich heel bewust van de andere achtergrond van het kind en werken hard om het kind zich welkom en veilig te laten voelen in het gezin. Ze maken het kind daarom volledig deelgenoot van hun leven, en daarbij gaat het kind op natuurlijke wijze over in de religieuze context. Dat geeft spanning, weten we ook uit de literatuur. Ten eerste bij het kind, omdat het aan beide gezinnen loyaal wil zijn. Maar ook tussen pleegouders en biologische ouders. Soms vraagt een pleegkind bijvoorbeeld of het gedoopt mag worden:  het kind wil bij het gezin horen en klasgenootjes zijn ook gedoopt. Zelfs als de biologische ouders dat goed vinden, kan zoiets later toch een bron van conflicten vormen.’

Zijn er ook pleegouders die hun pleegkind actief helpen om de oorspronkelijke religieuze identiteit te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het kind naar de moskee te brengen?

‘Een moskee is niet altijd in de buurt en vaak vinden pleegouders dat ook te ver gaan. Maar ik ben wel andere mooie oplossingen tegengekomen. Zo vertelde een professional over een gezin dat bewust contact had gezocht met een familie van Turkse afkomst uit de straat, zodat hun pleegkind met een islamitische achtergrond daar soms kon meedraaien, bijvoorbeeld tijdens de ramadan. We zagen in ons onderzoek dat pleegouders die nieuwsgierig zijn naar andere religies en daar open voor staan, hierin veel kunnen betekenen voor hun pleegkind. Voor pleegouders met een negatiever oordeel over een andere religie, is het moeilijker om daar ruimte aan te bieden.’

 Welke dilemma’s ervaren gelovige pleegouders zelf op dit terrein?

‘Ze willen het beste voor hun pleegkind, en ze dus toegang bieden tot het eeuwige leven door ze deelgenoot te maken van hun geloof. Maar tegelijk weten ze dat hun kind een andere achtergrond heeft en dat het waardevol is voor het kind om verbonden te blijven met zijn familie. Zelfs bij pleeggezinnen die hier heel zorgvuldig mee omgingen, zagen we dat er meer bewustzijn en vaardigheden mogelijk waren. Als kinderen de puberleeftijd bereiken, gaan ze meer nadenken over vragen als: wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Kan ik me nog verbinden met mijn oorspronkelijke religieuze identiteit? Dat kan leiden tot open conflicten of innerlijke conflicten die gepaard gaan met mentale druk. Dat is zeker bij deze kwetsbare kinderen niet wenselijk. Pleegouders hebben niet altijd de vaardigheden om al ruimte te creëren voor religieuze identiteitsvorming als het kind nog jong is, waarmee je zulke conflicten op tienerleeftijd kunt voorkomen.’

Hoe zou het beter kunnen?

‘We hebben zelf twee handreikingen ontwikkeld voor professionals. Daarin geven we adviezen zoals: wees je bewust van de uitdagingen waar pleegouders voor komen te staan als hun pleegkind een andere religieuze achtergrond heeft. Bijvoorbeeld als een pleegkind op zondag niet meer naar de kerk wil, terwijl de eigen kinderen dat wél moeten. Een ander advies is om al tijdens het selectiegesprek te bespreken of pleegouders openstaan voor het ondersteunen van identiteitsvorming in beide religieuze achtergronden. Ook adviseren we professionals om in gesprekken met ouders en pleegouders weg te blijven van geloofsinhoudelijke discussies. Beter is het om niet op geloofsregels te focussen, maar op onderliggende waarden zoals empathie. Verder adviseren we om substantiële beslissingen aan het kind te laten en die uit te stellen tot de volwassenheid nadert. Dat kan verwijdering van de biologische ouders voorkomen.’

Hebben jullie ook adviezen voor pleegouders geformuleerd?

‘Nee, zij doen dit als vrijwilligers en daarom richten we ons bij de adviezen tot de professionals die pleeggezinnen begeleiden. Maar we wilden de gezinnen wel iets teruggeven. Daarom hebben we een spel ontwikkeld dat draait om identiteit: wie ben ik, waar kom ik vandaan? Gezinnen werken hierbij samen om een draak te verslaan en praten intussen op speelse wijze over onder meer religie. Het spel wordt goed ontvangen, hopelijk kunnen we er op deze manier aan bijdragen dat pleeggezinnen over religieuze thema’s spreken vóórdat het een bron van conflict wordt.’

Verschenen bij ZonMw, oktober 2023