Meer aandacht nodig voor mondzorg bij kwetsbare ouderen

Hebben we wel genoeg aandacht voor de mondgezondheid van ouderen? ‘Juist zij hebben goede mondzorg nodig,’ zegt tandarts-geriatrie dr. Claar Wierink. ‘Veel ouderen geven er zelf geen prioriteit meer aan, maar een gezonde mond is heel belangrijk voor hun gezondheid.’

tekst: Diana de Veld

  • Meneer Bilal (84) heeft de ziekte van Parkinson. Om hem en zijn partner te ontlasten krijgt meneer wijkzorg, onder andere ’s avonds uitkleden en wassen. De wijkverpleegkundige vraagt naar zijn gebit. Meneer blijkt zowel eigen tanden als een plaatje (klikgebit) te hebben. ‘Maar ik krijg het plaatje niet meer los. Tandenpoetsen lukt ook niet omdat ik de tandenborstel niet kan vasthouden.’ De wijkverpleegkundige vraagt of zij hulp bij het tandenpoetsen moet toevoegen aan het zorgplan. Dat wil meneer heel graag, hij hecht veel waarde aan schone tanden. Een tandprotheticus komt langs om de zorgverleners uit te leggen hoe het klikgebit werkt. Meneer Bilal is blij dat hij voortaan 2 keer per dag ondersteund wordt bij het poetsen van zijn tanden. ‘Toch zou hij er zelf nooit om gevraagd hebben’, merkt Brunt op. ‘Voor de wijkverpleegkundige was deze casus aanleiding voor een gesprek binnen het team: weten wij eigenlijk van al onze cliënten of de mondverzorging goed verloopt?’

Slechts 40% van de huisartsen en wijkverpleegkundigen realiseert zich hoe belangrijk mondgezondheid bij kwetsbare ouderen is, bleek vorig jaar uit een Nivel-enquête. Van de respondenten denkt slechts 30% zelf over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken om goede mondzorg te verlenen aan deze groep.
Hoog tijd voor een verbeterslag, ook omdat het aantal ouderen met een eigen gebit sterk groeit.
‘Ik zie nu al veel negentigplussers die – op z’n minst gedeeltelijk – nog eigen tanden en kiezen hebben’, vertelt tandarts-geriatrie dr. Claar Wierink. ‘En in 2040 geldt dat naar verwachting voor driekwart van de 65-plussers.’ Op zich een positieve ontwikkeling, vindt verpleegkundig specialist AGZ Marie-Anne Brunt. ‘Een eigen gebit draagt bij aan het welbevinden, ook op hoge leeftijd’, zegt ze. ‘Maar uit mijn onderzoek uit 2016 bleek wél dat 5 van de 10 thuiswonende ouderen een slechte mondgezondheid hebben. Mensen met een gebitsprothese zijn daarbij beter af dan mensen met een eigen gebit die dat niet goed meer kunnen verzorgen.’

Tandartsbezoek overslaan

Wie op hoge leeftijd nog eigen tanden heeft, stopte daar meestal zijn leven lang tijd en geld in. Maar met de leeftijd ontstaan chronische aandoeningen, en mensen moeten vaker naar de huisarts en het ziekenhuis. Dát is het moment waarop het misgaat: een bezoek aan tandarts of mondhygiëniste schiet erbij in, terwijl tegelijk de mondgezondheid achteruitholt. Zo gaat ruim 80% van de mensen van 50 tot 65 jaar minimaal een keer per jaar naar de tandarts. Bij 75-plussers is dat maar 55%. Voor bezoek aan de mondhygiënist daalt het percentage van zo’n 45% naar ongeveer 25%. ‘Veel ouderen geven mondzorg geen prioriteit meer als er andere gezondheidsproblemen spelen’, verklaart Wierink. ‘Ze raken bovendien afhankelijk. De kinderen moeten óók al vrij nemen om mee te gaan naar het ziekenhuis… ach, dan slaan ze die tandarts wel een keertje over. Anderen vergeten het door cognitieve problemen.’

Invloed van aandoeningen en medicijnen

En dat terwijl gebitsproblemen bij ouderen juist toenemen. ‘Bij aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson verslechtert de motoriek, wat poetsen bemoeilijkt’, zegt Wierink. ‘Ouderen met reumatoïde artritis of artrose kunnen de tandenborstel niet goed vasthouden. Ouderen met cognitieve problemen vergeten te poetsen.’
Daarnaast kunnen medicijnen de hoeveelheid of kwaliteit van het speeksel nadelig beïnvloeden, waardoor de natuurlijke bescherming tegen tandbederf vermindert. Wierink: ‘Het gaat om een gigantische lijst: parkinsonmedicatie, antidepressiva, antihypertensiva… Bij polyfarmacie kun je ervan uitgaan dat het speeksel eronder lijdt.’ Zie het kader over veelvoorkomende mondproblemen voor mogelijke remedies.

Belang voor algemene gezondheid

Is het ergens niet logisch dat ouderen mondzorg minder prioriteit geven als ze allerlei andere gezondheidsproblemen hebben? ‘Een gezonde mond is belangrijker dan je misschien denkt’, antwoordt Wierink. ‘Het is bijvoorbeeld aangetoond dat een parodontitis, veroorzaakt door slecht tandenpoetsen, bij diabetespatiënten de bloedglucosespiegel kan ontregelen. Zo zijn er nog meer verbanden, al is de causaliteit daar minder duidelijk.’ Het gaat bijvoorbeeld om hart- en vaatziekten bij parodontitis, mogelijk doordat bacteriën via het beschadigde tandvlees in de bloedbaan terechtkomen en plaques veroorzaken. De exacte pathogenese is nog niet duidelijk. ‘Ook kan een slechte mondgezondheid de kans op een aspiratiepneumonie verhogen. Bij slikproblemen is een schone mond daarom extra belangrijk: bij verslikken belanden er minder bacteriën in de longen dan bij een ontstoken mond vol met tandplak.’ Daarnaast kunnen mondproblemen natuurlijk gevolgen hebben voor de voedingstoestand van een oudere.

Rol van (wijk)verpleegkundige

De rol van de (wijk)verpleegkundige ligt vooral op het gebied van signaleren, indiceren en aansturen. Dat begint als iemand in zorg komt. ‘Vraag wanneer de cliënt voor het laatst bij de tandarts, tandprotheticus of mondhygiëniste is geweest’, zegt Wierink. ‘Heeft hij eigen tanden en kiezen en kwam hij al een jaar of langer niet bij de tandarts? Dan is echt actie nodig.’ Mensen met een gebitsprothese gaan meestal minder vaak dan eens per jaar, zoals eigenlijk wenselijk is. ‘Controle blijft onmisbaar, want de kaak verandert . Daardoor kan een gebitsprothese minder goed gaan zitten en kan pijn of een schimmelinfectie ontstaan.’

Observeren

Na het signaleren volgt het in kaart brengen van de mondgezondheid en -verzorging. Een open vraag (bijvoorbeeld: hoe verzorgt u de mond?) wekt minder weerstand op dan de vraag of iemand wel 2 keer per dag poetst. Wierink: ‘En heel belangrijk: observeer! Want iemand kan wel zeggen dat hij goed poetst, maar je weet het pas als je het ziet. Dit kan ook terloops, zodat iemand niet het gevoel krijgt dat hij gecontroleerd wordt. Kijk gewoon even over de schouder mee tijdens het poetsen.’ Indiceer ondersteuning bij de mondverzorging waar nodig, en regel een doorverwijzing bij serieuze mondproblemen (zie Veelvoorkomende mondproblemen bij ouderen).

Mondzorg professionaliseren

In cliëntbesprekingen moet je het onderwerp mondzorg standaard meenemen, vindt Wierink. Zorg ook dat jij of een aandachtsvelder het team enthousiasmeert, vult Brunt aan. Mondzorg is vaak niet het favoriete onderdeel van de zorg. ‘Wat helpt is om de mondzorg te professionaliseren, bijvoorbeeld met scholing, klinische lessen’, adviseert Brunt. ‘Als collega’s doordrongen zijn van het belang van goede mondzorg dan zullen ze er ook minder moeite mee hebben.’
Het landelijke platform De mond niet vergeten biedt allerhande materiaal voor zorgverleners, maar ook filmpjes voor oudere cliënten en mantelzorgers. Ook vind je er een een screenings- en verwijsinstrument, dat helpt bij het in kaart brengen van de (mond)zorgvraag en direct als verwijsbrief kan dienen wanneer daar een indicatie voor is.
Professionalisering kan ook de vorm van multidisciplinaire samenwerking aannemen. Binnen De mond niet vergeten zijn verschillende regionale netwerken voor mondzorg bij kwetsbare ouderen opgezet. Brunt: ‘Claar Wierink en ik hebben bijvoorbeeld een regionale appgroep opgezet met een mondhygiëniste, verzorgenden, verpleegkundigen, wijkverpleegkundigen, tandartsen en tandprothetici. Daar delen we vragen en zorgen over cliënten, soms met een foto van het gebit erbij. De mondhygiëniste, tandartsen en tandprothetici zijn bereid om thuis langs te komen.’ Zo’n samenwerkingsverband maakt de mondzorg professioneler en leuker, vindt Brunt. ‘Ga in jouw regio op zoek naar mondzorgprofessionals die willen samenwerken en bereid zijn om bij mensen thuis te komen’, raadt ze aan. ‘Ga de boer op!’

Veelvoorkomende mondproblemen bij ouderen

  • Wortelcariës. Door gaatjes in de wortels kunnen tanden en kiezen afbreken. Vaak is dat pijnloos, maar scherpe randjes kunnen wel voor wondjes en ontstekingen zorgen. Afgebroken voortanden zijn ontsierend en belemmeren de sociale omgang. Advies: bemiddel in bezoek aan de tandarts. Bij wortelcariës zijn vaak meerdere plekken in de mond aangedaan, de huisarts kan tandpasta met extra fluoride (5000 PPM) voorschrijven om cariës af te remmen. Het kan geen kwaad als de oudere daar kleine hoeveelheden van inslikt. Wees ook alert op signalen van wortelcariës zoals geelbruine verkleuringen langs de tandhalzen, evenals ophopingen van tandplak op die plekken.
  • Tandvleesontsteking (gingivitis). Gaat gepaard met bloedend tandvlees . Kan uitbreiden naar het kaakbot (parodontitis). De tanden en kiezen gaan losstaan en doen pijn, zeker tijdens het eten. Parodontitis veroorzaakt een slechte adem die het sociale verkeer belemmert. Een stevige parodontitis ruik je al bij binnenkomst. Advies: goed poetsen kan een milde tandvleesontsteking genezen, al zal het poetsen in eerste instantie leiden tot gevoeligheid en bloedend tandvlees. Laat dat niet doen afschrikken, masseer het tandvlees voorzichtig. Binnen drie dagen zal de toestand verbeteren . Verminderen de klachten niet binnen een week, verwijs dan door naar de tandarts. Ook bij ernstige parodontitis, gekenmerkt door losstaande tanden en kiezen, ernstig rood, gezwollen tandvlees, en pijn, is doorverwijzen vereist.
  • Schimmelinfecties. Sommige schimmelinfecties zijn duidelijk herkenbaar als witte afschraapbare aandoening op de slijmvliezen. Andere schimmels zijn minder zichtbaar maar vaak wel te herkennen aan een wat weeïge, zoete geur . Risicofactoren zijn een (slechtzittende) gebitsprothese, roken en langdurig antibioticagebruik. Soms veroorzaakt een schimmel een kapotte mondhoek die de oudere zelf met zalfjes niet weet te verhelpen. Advies: daktarin-gel of nystatinespoeling in overleg met (tand)arts, bij voorkeur eerst lokaal (orale gel). (Systemische toediening alleen als ook op andere plekken in het lichaam sprake is van schimmelinfecties.) Vergeet bij het aanbrengen niet de gebitsprothese uit te doen! De mondhoek zal uiteindelijk ook genezen. Verklein de kans op nieuwe schimmelinfecties door een gebitsprothese goed te reinigen en ’s nachts droog te bewaren.
  • Droge mond. Naast tandbederf kan een droge mond ook problemen met een gebitsprothese veroorzaken: de bovenprothese zuigt niet goed vast aan het verhemelte, de onderprothese schuurt over de onderkaak. Verder ontstaan problemen met eten en spreken. Advies: kauwen op suikervrije kauwgom of zuigen op suikervrij snoep stimuleert de speekselklieren. Kauwen wordt makkelijker door stukjes komkommer met wat olijfolie bij de maaltijd te eten. Het vocht van de komkommer en bovendien het kauwen erop maken de mond vochtiger. De olijfolie maakt het eenvoudiger om het voedsel tot een geheel te vormen dat kan worden doorgeslikt. Het voedsel glijdt ook makkelijker door de slokdarm. Daarnaast is symptoombestrijding mogelijk met oraal bevochtigende gels of sprays. Deze hebben geen bijwerkingen. Hoe lang ze werken hangt af van de restfunctie van de speekselklieren en de subjectieve beleving van de droge mond. Sommige mensen gebruiken de spray (pufje linkerwang, pufje rechterwang) elk uur, anderen alleen als ze op pad zijn. De gel wordt vooral ’s avonds voor het naar bed gaan aangebracht.

Praktische tips

  1. Bij motorische problemen is een elektrische tandenborstel vaak praktischer – ook voor (mantel)zorgverleners.
  2. Stimuleer gebitsverzorging bij ouderen met dementie door een (elektrische) tandenborstel in de hand te geven. Veel mensen gaan dan als vanzelf poetsen. Dit hoeft overigens niet per se ’s ochtends of ’s avonds, maar kan bijvoorbeeld ook tijdens een bezoek voor medicatie-uitgifte.
  3. Gebruik een pupillampje om de mond te inspecteren. Draag handschoenen en eventueel een mondmasker zodat je hygiënisch kunt werken.
  4. Tandpasta en bruistabletten maken gebitsprotheses poreus, waardoor er meer vuil aan hecht. Beter is om deze minimaal een keer per dag te reinigen met vloeibare zeep, bijvoorbeeld handzeep uit een pompje, en een protheseborstel. Bewaar de prothese ’s nachts droog, dit voorkomt groei van bacteriën en schimmels. Wanneer er tandsteen op de prothese ontstaat, kun je de prothese een nacht in een oplossing van half water en half azijn bewaren. De volgende ochtend kan het tandsteen dan van de prothese gepoetst worden.
  5. Reinig ook dagelijks, liefst tweemaal daags, de tandenloze mond met een gaas of zachte tandenborstel, zodat daar geen voedselresten achterblijven.
  6. Kan iemand niet zelf zijn boterham smeren, dan kan hij waarschijnlijk ook niet goed tandenpoetsen.