Daar loopt ze, met haar logge, waggelende lijf: de koe. Deze koe trof het goed. Ze werd niet geboren op een Nederlandse boerderij, waar haar leven louter had bestaan uit rondgrazen in een weide, af en toe onderbroken door een gang naar de melkmachine die haar ruw bij haar overspannen spenen greep. Deze koe had het geluk — of was het karma? — om ter wereld te komen in juist dat ene land op aarde waar zij als heilig wordt beschouwd: India. Hoewel de koe zelf niet gelovig is, draagt ze het hindoeïsme een warm hart toe. Dankzij dit geloof mag zij tenslotte lopen waar ze wil, stappen mensen nederig uit de weg als zij zich door de massa baant en geven ze haar regelmatig te eten. De meer frivole gelovigen versieren haar hoorns zelfs met vrolijk gekleurde bloemetjes, zodat zij zich bijna een prinsesje voelt. Ze zou er het liefst een elegante sari en hoge hakken bij dragen, maar dat is met haar figuur helaas niet haalbaar. lees verder