Stand van zaken

VerhuisdoosHet is even wat stil op dit blog, en dat is aan de ene kant natuurlijk dieptragisch (ahum), maar het betekent in ieder geval dat ik me niet verveeld heb. Waarmee ik niet wil zeggen dat ik me de voorgaande keren dat ik hier schreef wél zat te vervelen hoor. Soms zoek ik gewoon even afleiding. So shoot me!

Hoe dan ook: het is tijd voor een update. Dit weekend zijn de Paprika’s, waartoe ik mezelf inmiddels met trots durf te rekenen, verhuisd van de Karel Doormanstraat naar Westersingel 18-19, vierhoog (met lift, maar… ook met trappen!). Vandaag bracht ik er mijn eerste halve werkdag door. En dat beviel goed! Mijn nieuwe collega’s zijn erg vriendelijk, gevat en goedgemutst. De ruimte is best ruim, licht, niet te koud (!), er is een waterkoker en de buren hadden zowaar aan onze chocoladevoorraad gedacht (Celebrations). Ik zeg: joechei! Hier ga ik vast vele prettige werkuurtjes doorbrengen.

Ook werkinhoudelijk amuseer ik me goed. Zo ben ik de afgelopen weken druk bezig geweest met een flink aantal pers- en nieuwsberichten voor het LUMC (bijvoorbeeld over hoe complex ons afweersysteem is, het opsporen van kanker met behulp van de vuilniswagens van ons afweersysteem en celtherapie tegen pijn op de borst). Voor Medische Oncologie interviewde ik Kishan Naipal, die mij vertelde over zijn razend interessante promotieonderzoek bij het Erasmus MC. Hij ontwikkelde een test om te voorspellen bij welke kankerpatiënten bepaalde medicijnen, PARP-remmers, zin kunnen hebben. Ik had nog nooit van die PARP-remmers gehoord, maar het principe erachter vond ik heel vernuftig. Bij sommige kwaadaardige tumoren is een bepaald DNA-reparatiemechanisme kapot (homologe recombinatie, voor de liefhebbers). Dat is de reden waarom die tumoren überhaupt ontstonden: als de DNA-schade altijd netjes wordt opgeruimd, gaan cellen tenslotte niet uit de pas lopen en zich ontwikkelen tot kankercellen. Maar dát zo’n reparatiemechanisme defect is, biedt ook weer kansen voor therapie. Want wat nu als je een medicijn toedient dat het back-up-reparatiesysteem eveneens lam legt? Dan sterven de kankercellen (want helemaal geen DNA-reparatie, en dat is funest), terwijl gezonde cellen gewoon zullen overleven. Want bij de gezonde cellen is het eerste reparatiesysteem nog intact. Het resultaat: een heel specifieke therapie met weinig bijwerkingen. Niet enthousiast? Hmm…. misschien is deze uitleg dan iets te kort. Ja, dat moet het zijn 🙂 Als mijn artikel verschenen is, zal ik even een link toevoegen aan deze blog.

En verder? Ik schreef nog een ander artikel voor Medische Oncologie, een stukje voor het medewerkersblad van het LUMC, de vier chirurgische bijsluiters voor de NVPC naderen hun voltooiing en voor KIJK Antwoordt beantwoordde ik vragen over waarom zweet zo zout is en waarom een trap in je kloten zoveel pijn doet (dat laatste heb ik gelukkig alleen van horen zeggen…). Voor het LUMC Magazine schrijf ik samen met mijn oud-collega Christi (gezellig!) een verhaal over vrijwilligerswerk door LUMC’ers in het buitenland. En tot slot ligt er nog een geheel ander soort opdracht voor de Nederlandse Transplantatie Stichting in het verschiet, waarover ik later vast nog meer zal schrijven op deze site. Tenminste, als ik me een keer verveel ;-).