Voor wie zich afvroeg hoe het staat met mijn zoektocht naar een vaste werkplek, een plaats om naar toe te gaan met gezellige pseudo-collega’s: die is geslaagd! Ik heb meerdere opties bekeken, en mijn keuze vol overtuiging gemaakt. Vanaf 1 juni voeg ik mij bij een divers groepje freelancers (grafisch vormgevers, een journalist, een webbouwer, een architect…) dat zichzelf de Paprika’s noemt. We gaan huizen op de Westersingel, hartje Rotterdam (zij verblijven nu nog op de Karel Doormanstraat, er moet dus verhuisd worden). Het kantoor heeft veel licht en een mooi uitzicht, mijn pseudo-collega’s zijn volgens mij leuke mensen, en zowaar lijkt de eerste zakelijke samenwerking al te zijn ontstaan – nota bene met de enige Paprika die ik nog niet in levende lijve ontmoet heb.
Een beetje eng is het wel – ik bedoel, zij kennen elkaar al goed en nu kom ik daar opeens tussen, als nieuweling… Daar word ik wat zenuwachtig van. Maar ik troost me met de gedachte dat dat bij al mijn banen zo was, en dat het altijd vanzelf goed kwam. Dat zal nu vast weer het geval zijn. In ieder geval heb ik er erg veel zin in!
De naam heeft me altijd geïntrigeerd. Sligro. Alsof er iets slijmerigs uit de grond komt zetten. Het doet me denken aan Grontmij (ook al zo’n intrigerende term), Fugro en slib. Tijdens mijn studie, toen ik bestuurslid was van een studievereniging, viel de term Sligro ook wel eens. Dan ging het om het in groten getale inslaan van kratten bier voor een borrel of feest. Dat mochten we, want we waren ingeschreven als vereniging en hadden daarom een Sligro-pasje. Maar zelf kwam ik er nog nooit. (Niet dat ik te lui was, maar de keren dat ik meeging om grootschalig in te slaan werd het saaiweg de C1000. Die was goedkoper en je kon erheen lopen.)
Anyways, inmiddels weet ik dat Sligro komt van het – evenmin aantrekkelijk klinkende – Slippens Groothandel in Koloniale Waren. Geen parate kennis hoor: ik heb het net opgezocht. En eveneens inmiddels heb ik, sinds vorige week, mijn eigen Sligro-pasje. Als ZZP’er in de journalistiek ben ik blijkbaar een interessante doelgroep. Het initiatief om zo’n pasje aan te vragen nam ik zelf. Een paar weken terug was ik namelijk op bezoek bij een andere ZZP’er, Roderick, en die bleek mijn lievelingsthee lapsang souchong te hebben… in zakjes!!! Nog nooit gezien. Ze kwamen van de Sligro, vertelde hij, en gaf me spontaan zijn resterende voorraad mee voor thuis. Het was op dat moment dat er bij mij een lampje ging branden. Wat hij kon, kon ik ook. Een Sligro-pasje aanvragen dus, en afscheid nemen van het geknoei met lapsang-thee in een thee-ei. En zo geschiedde.
Vorige week arriveerde het pasje, vergezeld van een dure folder over het verantwoorde en kwalitatief hoogstaande Sligro-assortiment ‘voor mijn klanten’, en een brief met een waardebon. Ze waren heel blij met mij als klant, en de waardebon kon ik bij mijn eerste bezoek aan de Sligro inleveren voor een welkomstcadeau. Een Pro-chef koksmes ter waarde van 22,50 euro. Geen idee wat ik er als journalist mee moet (mezelf een scherper pennetje snijden?), maar het zag er wel goed uit op de foto. Dus toog ik gisteren samen met mijn moeder, die ook wel eens een Sligro van binnen wilde zien, naar de Rotterdamse Spaanse Polder. Het was een heel gedoe om er te komen, met wegopbrekingen en navigatieproblemen, maar we kwamen heelhuids aan.
Zowel mijn moeder als ik hadden al eens opgevangen dat de Sligro niet per se goedkoop is. Dat bleek te kloppen. Maar … wat een assortiment!!! De lapsang souchong thee bleek één van duizenden (nou ja) soorten thee te zijn. Verder spotte ik onder andere huiveringwekkend grote bakken mayonaise, hele vaten bier, onmogelijke hoeveelheden snoep, tot obesitas aanzettende repen chocolade, en ook nog een enorme versafdeling. Vis, vlees, groente, fruit, salades, frikadellen, pizza’s, patat, zakken ingevroren zeebeesten … noem maar op. Er waren zelfs gedroogde eetbare insecten, zoals meelwormen en sprinkhanen, in grote doorzichtige potten. Afgezien van de lage temperaturen beviel het me prima om er rond te struinen. Druk was het niet, en de meeste bezoekers – opvallend veel Aziaten – leken me werkzaam in de horeca, gezien de hoeveelheden eten die ze inkochten. Er was ook nog een non-food afdeling, waar je onder andere messen, servies, bedrijfskleding en jasjes voor sta-tafels kon kopen, maar dat was een stuk minder spectaculair.
Natuurlijk wilde ik niet de hebberd zijn die alleen maar voor z’n gratis koksmes kwam, dus moest ik ook wat kopen. Het viel nog niet mee, want inderdaad: bij de AH zijn de meeste producten flink goedkoper (maar misschien van een minder goed merk…?). Chocola als kosten voor mijn bedrijf opvoeren of btw aftrekken zat er ook niet in. Sowieso: btw reken ik zelden, want journalistiek is daarvan vrijgesteld – dan valt er ook weinig af te trekken. Uiteindelijk ging ik huiswaarts met (voor zover ik me herinner, de wijn is gisteravond al aangebroken):
2 flessen wijn
ovengebakken spek voor op brood
50 ballonnen (onopgeblazen natuurlijk! zou nooit passen in mijn Aygo)
6 flessen Andrélon-shampoo
thee
en natuurlijk dat koksmes. Mijn moeder kocht ook nog een paar dingetjes. Bij het inleveren van mijn waardebon aan de servicebalie werd er meteen een nette Sligro-meneer bijgeroepen. Ik kreeg een hand en hij verwelkomde mij vriendelijk lachend als nieuwe klant. “Het grote voordeel van de Sligro is dat onze medewerkers heel veel kennis hebben van onze producten en u goed en graag willen helpen”, lichtte hij ongevraagd toe. Ik voelde me tijdens dit plechtige moment een beetje een huichelaar, want als journalist hoef ik alleen mezelf en mijn gezin van eten te voorzien, dus een grote Sligro-klant zal ik nooit worden (zolang ik de chocolade weet te weerstaan tenminste). Om iets vriendelijks terug te doen vertelde ik maar dat ik daarnet al heel goed geholpen was toen ik op zoek was naar de lapsang thee. “En is het gelukt?” wilde hij weten. “Ja hoor, dat ging goed!” “Gelukkig maar!”
Nu ligt er in mijn keukenla een megascherp koksmes. Manlief keek er gisteren al verheugd naar (met goede bedoelingen, neem ik aan). En elders in huis ligt de welkomstbrief van de Makro te wachten. Ook al met een waardebon: ik mag er een kopje koffie met een stuk appelgebak komen halen, en een pak printerpapier. Misschien kan ik daar wel iets mee voor mijn bedrijf.
Eigenlijk moet er dringend geschreven worden aan een persbericht, naar aanleiding van een superleuk interview vandaag in het Erasmus MC. Maar mijn hoofd wil niet meer meewerken. Morgenochtend dan maar, na het hardlopen. Nu eerst een blogje.
First things first: mijn artikel over de kernramp bij Fukushima, waarover ik eerder schreef op dit blog, is gepubliceerd in KIJK (lees hier op Blendle). In hetzelfde nummer staat ook mijn artikel over het zika-virus, waarvoor ik entomoloog Bart Knols interviewde (klik). Ik ben best een beetje trots B-) Uiteraard schreef ik in de afgelopen periode nog meer teksten dan deze twee, maar daar zal ik u verder niet mee lastigvallen.
Verder ben ik na mijn vorige werkplekronde bij nog twee andere werkplekken gaan kijken: GoodPlace2Work.nl, op tien minuten fietsen van mijn huis, en vandaag een gedeeld kantoor in de Witte de Withstraat. Beide locaties leken me erg gezellig. Ik heb nog een derde optie in het vizier op een onbepaalde locatie in Rotterdam. Ik wacht even af hoe dat loopt en daarna hoop ik een weloverwogen keuze te kunnen maken (of in ieder geval eentje waar ik zelf van overtuigd ben, want weloverwogen is eigenlijk niet echt mijn ding). Hoe dan ook ben ik iedereen erg dankbaar voor de vriendelijke ontvangst.
Het vooruitzicht op een gezellige werkplek én het leuke interview van vandaag doen mijn humeur veel goed. En dan zijn er ook nog twee interessante mogelijke opdrachten die de afgelopen week toevallig op mijn pad kwamen. Good ZZP-vibes! Daar verandert die brief van de belastingdienst die ik vandaag ontving, over de deregulering beoordeling arbeidsrelaties (bleg!), lekker helemaal niks aan 🙂
PS alweer een Engelse titel voor mijn blogje!?!? Ik beloof u: de volgende keer wordt het Nederlands. Of Frans. Of Chinees.