Gimme shelter

In mijn vorige bericht schreef ik al (of nou ja, ik suggereerde) dat het alleen werken niet echt bij mij past. Ik hou van praten en luisteren, van interactie. Ik leef standaard op van een interview, een borrel (zoals vandaag bij KIJK/Know How) of gewoon een gezellig gesprek bij de koffieautomaat. Een gesprek geeft me energie, ik word er vrolijk en creatief van. Vaak voelt het alsof ik door gesprekken een leukere kant van mezelf naar boven haal. Om wat van die interactie te proeven werk ik tegenwoordig regelmatig in een café, en dat bevalt me beter dan thuis, maar alsnog is het vrij solitair.

Daarom ben ik afgelopen dinsdag bij drie werkplekken gaan kijken die ik via Google gevonden had. Afspraken gemaakt, op de fiets gestapt en rondleidingen gekregen. Ik werd overal heel vriendelijk ontvangen en de mensen leken me interessant. Twee van de drie werkplekken bleken echter niet altijd goed bezet te zijn – en dan heeft het voor mij weinig zin. Ik heb namelijk geen faciliteiten nodig behalve internet en een stoel (de laptop en de mobiel neem ik zelf wel mee); het gaat mij juist om de aanwezigheid van een soort surrogaat-collega’s. Bij Kleinhandel was het wél druk – er zitten wel vijftig kleine bedrijfjes – en trouwens ook heel mooi en hip ingericht. Die locatie sprak me dus het meest aan.

Vanochtend ben ik er een paar uur gaan proefdraaien. De jongen die me dinsdag rondleidde was er vandaag niet, maar mailde me het wifi-wachtwoord. In de  gemeenschappelijke ruimte, die ook in het filmpje achter de link te zien is, nestelde ik me aan een van de – verder lege – tafels met mijn laptop en een kopje thee uit de automaat. Tikken maar.

Dat tikken ging best, maar helaas: in de paar uur dat ik er zat, heb ik met niemand gesproken. Er waren wel veel mensen, maar die zaten in hun eigen bedrijfsruimten, dus niet in de gemeenschappelijke ruimte. Ze zeiden hooguit vriendelijk gedag als ze langs me liepen. Ik kan het ze niet kwalijk nemen: ik zou zelf ook niet zomaar iemand aanspreken die ergens met z’n laptop aan tafel gaat zitten. Maar andersom ga ik ook niet aankloppen bij die bedrijfjes en mezelf voorstellen – dat vind ik te opdringerig. Bovendien: wat hebben ze met mij te schaften? Misschien hadden ze vandaag juist zin om eens lekker geconcentreerd te werken!

Er is ook een optie om bij Kleinhandel een bureau + stoel te huren in een gemeenschappelijk kantoor, met een stuk of zeven zzp’ers van verschillend pluimage. Dat kost wat meer per maand dan de ‘flexplek’ die ik vandaag uitprobeerde, maar op zich zou ik dat er wel voor over hebben. Dus ben ik vandaag ook even langs het daarvoor aangewezen kantoor gelopen, stiekempjes. Er zaten twee mensen geconcentreerd naar een scherm te staren, en de andere bureaus waren leeg. Misschien kwam ik niet op het goede moment, maar ik kreeg nog niet het gevoel dat ik daar heel graag zou zitten werken.

Kleinhandel borrelt wel elke vrijdag, misschien schept dat nog mogelijkheden tot kennismaken, maar vooralsnog betwijfel ik of dit is wat ik zoek. Tja, wat nu? Tips voor leuke, goedbezette en gezellige ZZP-werkplekken in Rotterdam zijn welkom (diana@dianadeveld.nl of in de reacties). Een kantoor delen met andere journalisten/tekstschrijvers/communicatietypjes zou ideaal zijn, maar ik neem ook best genoegen met programmeurs, boekhouders, ontwerpers, architecten of desnoods beurshandelaren 😀

Letterspuwerij

Niet spuwenIk lees meer letters dan me lief is. In de krant, op straat, op het scherm – het grote scherm van mijn laptop, het kleine scherm van mijn mobiel. En héél af en toe, als ik eens een vennetje van tijd heb, ook nog in een boek. Soms lijkt het alsof de halve wereld uit letters bestaat. Zeg, wat wilt u weten? Zoekt en gij zult vinden, Google is uw vriend. Wat is er eigenlijk nog níet geschreven?

En daar kom ik dan aanzetten met mijn eigen letterspuwerij. “Informatie, informatie!” roept de leesvoerverkoper. “Zo prettig mogelijk verpakt!” Ik draag mijn tekstuele steentje bij: voor specialisten, patiënten, ‘gewone’ mensen, wie dan ook. Weer een stukkie tekst, weer wat kennis klaar om bij die allesverzengende information overload te voegen. Mijn tekst is bij voorbaat een teveel. Mijn artikel zou niet gemist worden, evenmin als het overtollige speelgoed van mijn dochters dat ik op onbewaakte momenten stiekem weghaal van hun kamers. Nee, je moet ze er niet op wijzen – maar wat niet weet, wat niet deert. Natuurlijk zullen sommige mensen mijn artikelen met plezier of op z’n minst interesse lezen als ze ze toevallig tegenkomen. Maar zijn die teksten er niet, dan kraait er geen haan naar.

Het maakt me wat mismoedig, dat watergedraag naar de zee. Maar die somberheid maakt me tegelijk ook wantrouwig. Want waarom ben ik soms toch simpelweg enthousiast over de teksten waar ik aan werk, terwijl ik nu al dagen zit te simmen? Waarom is de sprankel weg? Aan de onderwerpen waarover ik schrijf ligt het niet. Die zijn in ieder geval niet meer of minder interessant dan eerdere onderwerpen. Ik zal mezelf wel voor de gek houden. Het zal wel iets anders zijn, iets wat eigenlijk niets te maken heeft met waar ik denk dat het mee te maken heeft. Het weer of zo, hormonen, of nog iets onvoorstelbaarders. De kleur van mijn sokken.

Misschien is het nog ‘platter’: misschien is het een gebrek aan real time feedback. Menselijke interactie maakt tenslotte veel goed. Zelfs de beklemmende vraag naar de zin van het leven wint het niet van een gezellige avond, met een gevoel van saamhorigheid en stimulerende gesprekken. Zie de scholieren die bollenpellen in de zomervakantie: hun werkplezier komt voor 100% voort uit de interactie met hun collega’s, niet uit het werk zelf. Toch zijn ze vrolijk. Nou ja, voor zolang als het duurt. Ik geloof dat uiteindelijk werk en collegialiteit tezamen bepalen of je je werk leuk vindt. Een van beide is nooit genoeg – tenminste, niet voor mij. Sommige mensen zullen meer gericht zijn op de inhoud, en anderen meer op de sociale omstandigheden. Ooit zei iemand over mij, toen ik nog niet wist wat ik wilde worden: “Als het maar met mensen is, dan vind je het wel leuk, toch?” Daar was ik destijds een beetje door beledigd. Ik wilde ook inhoudelijk interessant werk doen, zó snel was ik niet tevreden!

Maar er zat zeker een kern van waarheid in. Ik zoek wat dit betreft nog naar de ideale invulling van mijn ZZP-bestaan.